Zo snoei je
vaste planten
Vergeet het winterklaar maken van je tuin! Ga pas aan de slag na de wintervorst.
Vaste planten zijn niet-verhoutende, meerjarige planten, die elk jaar opnieuw bloeien. Sommige varianten zijn groenblijvend, maar de meeste soorten sterven af tijdens de winter. Alleen het gedeelte boven de grond verdort, de wortels blijven levend en wel. In het voorjaar lopen deze vaste planten weer uit.
HOE VASTE PLANTEN SNOEIEN?
- Knip alle dode plantenresten van het vorige jaar af met een snoeischaar.
- Verwijder bruine bladeren, verdorde stengels en uitgebloeide bloemstengels, en draag daarbij zorg voor nieuwe uitlopers en scheuten.
- Groenblijvende vaste planten die er goed uitzien, hoeven niet noodzakelijk gesnoeid te worden.
WANNEER VASTE PLANTEN SNOEIEN?
Vaste planten snoei je het best in februari of maart. Vijf goede redenen om pas na de wintervorst te snoeien:
- Het afgestorven materiaal vormt een prima winterdek voor de wortels eronder: je krijgt automatisch een isolerende laag die de warmte van de bodem langer vasthoudt.
- De kale stengels vormen een schuil- en overwinteringsplaats voor insecten en andere fauna.
- De tuin ziet er minder kaal uit, en oogt zelfs feeëriek met dauwdruppeltjes of sneeuw aan de stengels.
- Bepaalde structuurplanten geven nog een mooi geraamte aan de border, en de stengels en verdorde bloemhoofdjes hebben ook ‘s winters een sierwaarde.
- Na de winter ligt er veel verdord materiaal op de grond dat je gewoon kan oprapen. Dat is snoeiwerk uitgespaard!